Lei Molin
Het vroege werk van Lei Molin is beïnvloed door het impressionisme. Tijdens zijn Valkenburgse periode schilderde hij in olieverf grote, abstracte doeken in uitbundige kleuren, waarbij Karel Appel een groot voorbeeld was. Daarnaast figuratieve tekeningen en gouaches in zwart-wit: landschappen, dorpsgezichten en portretten. In de jaren zestig verhuisde Molin naar Amsterdam. Hier sloot hij zich aan bij de zogenaamde "Amsterdamse Limburgers", waarvan ook Pieter Defesche, Jef Diederen en Ger Lataster deel uitmaakten. In Amsterdam kwam hij onder invloed van Cobra en het minimalisme. Hij beperkte zich tot abstract werk, de uitbundige kleuren verdwenen uit zijn schilderijen en hij maakte vooral gebruik van wit, zwart en grijs. Vanaf de jaren 80 kwam de kleur in zijn werken terug en maakte hij een bijzonder expressieve periode door. Hij gebruikte onder andere plastic folie die hij in zijn schilderijen verwerkte. Molin heeft een aantal jaren in IJmuiden gewoond, waar hij zich liet inspireren door de havens. Het resultaat waren onder andere objecten, gemaakt van strandgoed. Een uitspraak van Lei Molin (1986): "Het werk dat ik nu maak beschouw ik zelf als het beste van de afgelopen veertig jaar. Altijd heb ik geweten dat ik dit kon, alleen kon ik het nog niet. Beter dan dit zal het wel niet worden. Slechter ook niet trouwens. Hier moeten ze het maar mee doen."