Gerrit Benner was een autodidactische kunstschilder die zijn kunstenaar-schap combineerde met het voeren van een winkel in lederwaren in Leeuwarden. Enkele jaren hanteerde hij het Cobra-idioom in zijn schilderkunst, maar vanaf 1955 richtte hij zich met name op het Friese landschap. Hij werd vooral bekend door zijn abstracte, veelkleurige landschapschilderingen in neo-expressionistische stijl. Zijn inspiratie lag bij de kunstenaars van de Ecole de Paris, zoals Bazaine, Soulages en Manessier. Hij is zelf nooit volledig abstract in zijn werk is geworden; het landschap bleef aanwezig. Benner werd in 1955 door de Stichting Kunstenaarsverzet 1942-1945 gelauwerd met de Prijs van de Stichting Kunstenaarsverzet; hij won een 2e prijs op de Biënnale van São Paulo (Brazilië); ontving de Guggenheim Prize for the Low Countries in 1958 en de International Hallmark Art Award New York. Rond 1970 heeft hij een atelier gehad in Amsterdam, maar hij keerde uiteindelijk op late leeftijd naar Friesland terug. Zijn werk is onder meer in bezit van het Stedelijk Museum (Amsterdam), het Van Abbemuseum (Eindhoven), het Fries Museum (Leeuwarden), het Rijksmuseum Twenthe (Enschede) en het Museum Belvédère in Heerenveen. In 2003 hebben de Provinciale Staten van de Provincie Fryslân een tweejaarlijkse prijs ingesteld en deze naar Benner vernoemd. Het betreft een oeuvreprijs of een prijs voor een kunstenaar wiens werk recentelijk een belangrijke ontwikkeling heeft doorgemaakt. De 1e Gerrit Benner Prijs voor Beeldende Kunst werd uitgereikt in 2005.