Borstbeeld Cornelis Vreeswijk

Tineke Ongkiehong-Juffermans

Cornelis Vreeswijk werd in 1937 in IJmuiden geboren als oudste van vier kinderen. Zijn vader, Jacob Cornelis Vreeswijk, had een taxi- en garagebedrijf. In 1950 verhuisde het gezin naar Stockholm (Zweden), waar zijn vader als automonteur ging werken. Het gezin keerde naar Nederland terug in 1961, maar Cornelis bleef in Zweden wonen, om daar een carriëre in de muziek op te bouwen. Hij debuteerde in 1964 met Ballader och oförskämdheter ("Ballades en vrijpostigheden"). Zijn grote doorbraak kwam in 1968 met Tio vackra visor och personliga Person ("Tien mooie liederen en persoonlijke Person"). Hij nam ook liederen op van de Zweedse dichter Carl Michael Bellman en Evert Taube, zijn directe voorganger als belangrijkste Zweedse troubadour. Vreeswijk was geliefd in Zweden, maar ook omstreden. Een aantal van zijn liedjes mocht niet op de radio gedraaid worden, omdat men de teksten aanstootgevend vond. Vreeswijk lag ook meermalen in de clinch met de Zweedse belastingdienst en hij stierf, berooid, in 1987. Ook na zijn dood bleef Vreeswijks oeuvre in Zweden populair, getuige ook de Cornelis Vreeswijkdag, die jaarlijks in augustus in Stockholm wordt gehouden. Ook zijn sterfdag wordt nog altijd herdacht. Stockholm heeft zelfs een Cornelis Vreeswijk Museum. Vreeswijk is nooit Zweeds staatsburger geworden.

Het beeld is geen eigendom van de gemeente Velsen, maar van het Cornelis Vreeswijk Genootschap. Het werd onthuld op 7-6-2003, door de moeder van initiatiefnemer en raadslid John van Dijk (overleden 30-4-2001), Ria Post. Van Dijk zette zich o.a. in voor de behartiging van de belangen van jongeren in Velsen.

Kunstcollectie
Beeld
3D buiten
Foto van Borstbeeld Cornelis Vreeswijk